Abbreviatie

Een abbreviatie is een afkorting, veelal bestaand uit meerdere letters van één woord. Voorbeelden hiervan zijn: bijv., enz., etc. Taalkundig moet een afkorting als een woord gezien worden en kan deze gewoon in zinnen gebruikt worden.Het afkorten van woorden is vooral praktisch: het leest sneller en neemt minder ruimte in beslag op je pagina. Er zijn wel allerlei regels voor het afkorten van een woord. Zo is een afkorting die bestaat uit (eerste) letters van meerdere woorden die worden uitgesproken als een nieuw woord, een acroniem. Daarnaast is het belangrijk dat:
  • Afkortingen worden meestal aangeduid worden met een punt: enz., drs., mr., z.o.z., bv. Uitzonderingen zijn internationaal aanvaarde afkortingen zoals MB, cm/s.
  • Afkortingen die nog niet zijn ingeburgerd en nog als “vreemd” beschouwd worden grote letters krijgen. Zodra de afkorting is opgenomen in de taal, worden de letters klein. Lastig om te weten wanneer je welke moet gebruiken! Voorbeelden: ADSL, RAM; cd-rom, aids, pin, havo.
  • Wetten en plannen van de overheid worden in de regel met hoofdletters geschreven, ook al zijn ze allang opgenomen in de taal. Denk aan AOW, AWBZ, KB.
  • Voorletters en initialen krijgen punten, maar geen spaties: Mevrouw J.M.T. van der Ploeg.
  • Afkortingen van eigennamen gebruiken doorgaans op dezelfde plekken als hoe die in de naam zelf voorkomen: BuZa, NS, StuBru. Tenzij je rechten op de naam hebt, dan mag je het helemaal zelf weten: PvdA bijvoorbeeld.