Hoe word ik een betere spreker? Tips en trucs voor presenteren
Algemeen
IMU Redactie
van imu.nl
Algemeen
11/25/2020
11 min
4

Hoe word ik een betere spreker? Tips en trucs voor presenteren

11/25/2020
11 min
4

Hoe word je een betere spreker?

Een betere spreker worden draait voor een groot deel om ervaring.

Tonny weet van zichzelf dat hij er controle op heeft en kan bijsturen. Ook als een zaal niet meewerkt. Maar hij is niet iemand die een zaal in lichterlaaie zet en ook geen professionele spreker die een theatertour uitverkoopt.

Spreken voor een groep is iets wat veel mensen spannend vinden.

In sommige onderzoeken staat angst om te spreken zelfs boven angst voor de dood.

Soms zijn mensen banger om in het openbaar te spreken dan dat ze bang zijn voor de dood. Door meer ervaring op te doen met spreken, wordt deze angst steeds minder. Om een betere spreker te worden, moet je daarom vooral veel ervaring opdoen.

Humor gebruiken als spreker

Voor Tonny is humor een belangrijk onderdeel van zijn optreden als spreker. Als hij een verhaal vertelt zonder grappen, dan maakt hij minder connectie dan wanneer hij een paar grapjes maakt. Als de zaal een paar keer heeft gelachen, wordt de rest van de presentatie een stuk makkelijker en beter.

Bij het vorige IMU event werd elke spreker groots aangekondigd met een filmpje, applaus en geschreeuw. De meeste sprekers kwamen tijdens het applaus oprennen. Als ze vooraan op het podium waren, stopte de muziek en ook het applaus. Maar Tonny rent niet. Hij kwam rustig oplopen. De muziek en het applaus stopten al toen hij nog maar halverwege het podium was. Het eerste wat hij zei was:

“Jullie moeten even wat langer klappen, want ik ben er nog niet.”

Iedereen begon keihard te lachen. Dan weet je gelijk: dit wordt een leuke sessie.

Het gebeurde in het verleden ook dat Tonny een grap maakte en mensen er niet van uitgingen dat er een grap zou komen. De eerste keren dat hij dat deed, maakte hij een grap en was er doodse stilte. Dan ging hij maar snel door met iets anders. Maar als je er niet meteen een punt van maakt, lacht het publiek om geen enkele grap meer. Je moet je publiek trainen.

Spreken gaat verder dan alleen de inhoud overbrengen. Het gaat erover dat wat je vertelt ook daadwerkelijk binnenkomt. Dat mensen ontspannen zijn en het prettig vinden naar je te luisteren. Wanneer je als spreker nerveus bent, worden mensen die naar je kijken ook nerveus. Die ervaring komt met de jaren.

Hoe meer ervaring je hebt, hoe beter je weet wat jouw manier van spreken is.

Durf je een stilte te laten vallen? Hoe snel praat je? Wat voor intonatie verschillen gebruik je? Hoe ga je om met humor? Wat als de zaal iets anders doet dan je had verwacht? Als je dat gevoel een beetje krijgt, word je een steeds betere spreker.

Beter spreken door je concentratie te doorbreken

Martijn vindt zichzelf wel een goede spreker, maar hij weet zeker dat hij een nog veel betere spreker kan worden. Sommige sprekers hebben in hun eentje een zaal van duizenden mensen onder controle. Ze voelen de energie perfect aan. Dat is een heel ander niveau van spreken. Op dat punt is hij nog niet, maar hij vindt zichzelf zeker geen slechte spreker.

Als Martijn terugkijkt is er in de afgelopen jaren veel veranderd. Hij heeft zich op verschillende vlakken verbeterd als spreker. Hij wil er vooral voor zorgen dat het inhoudelijk sterk is. Dat is iets wat ze allebei gemeen hebben.

Hoe zekerder je bent over de inhoud, hoe beter je erover kunt vertellen.

Het is belangrijk dat je niet zomaar een doorgeefluik bent van wat je hebt geleerd, maar dat je het zelf hebt gedaan. Als je ergens persoonlijk ervaring mee hebt dan kun je er ook sterke voorbeelden bij geven. Dan ben je zelfverzekerder en ga je automatisch ook beter spreken.

De eerste keer dat Martijn echt voor een publiek stond, was in 2016. Hij gaf destijds al regelmatig webinars, waardoor hij al veel ervaring had met vertellen over de materie. Dat heeft hem wel geholpen. Maar als je op het podium staat, heb je een hele andere energie.

Tijdens die eerste keer spreken, merkte Martijn dat hij heel erg in zijn hoofd zat. Hij dacht vooral aan wat hij wilde vertellen en welke punten hij wilde maken. Hij wilde zijn hele verhaal kwijt kunnen, dus lette extreem op de snelheid. Het eerste stuk zou een half uur duren, maar binnen tien minuten was hij er doorheen. Op een gegeven moment kwam er een vraag uit de zaal. Daar reageerde hij op en daarna ging hij verder. Voor zijn gevoel zat hij er toen pas echt lekker in.

Achteraf kwam iemand met een gouden tip: ‘Het viel op dat je veel rustiger werd nadat je even interactie met iemand had gehad.’

En dat zie je vaak terug bij spreken voor een groep. Nadat je even uit je concentratie bent gehaald – bijvoorbeeld doordat iemand een vraag stelt, er een hard geluid is of er iets gebeurt – ben je daarna een rustiger mens.

Vanaf dat moment zorgde Martijn ervoor dat hij in het begin van een presentatie een paar keer interactie met iemand had. Zo bleef hij niet te veel in zijn eigen hoofd zitten. Dat heeft in het begin veel geholpen.

Intentie en vertrouwen

Een betere spreker worden gaat om twee dingen: intentie en vertrouwen.

Die intentie gaat verder dan de intentie om een goede presentatie neer te zetten. Dat is heel ongedefinieerd, want voor wie is het goed? Voor jou of voor het publiek?

Vertrouwen moet je uit jezelf halen.

Als je wat vaker voor een groep hebt gestaan en je bent één met je vak, dan weet je van jezelf dat je niets voor hoeft te bereiden en gewoon jezelf kan zijn.

Als je rustig bent, zit je in je lijf en niet in je hoofd. Dat is wat je als spreker moet hebben.

Als je teveel in je hoofd zit, gaat het fout. Je moet in je lichaam zitten en connectie hebben met de zaal. Dan weet je wat er nodig is. Je voelt dan aan wat belangrijk is om te vertellen en wat je beter kunt overslaan.

Je ziet vaak dat het bij mensen die weinig ervaring hebben met spreken fout gaat op het gebied van intentie en vertrouwen.

Zit je te veel in je hoofd?

Bij beginnende sprekers zie je vaak dat ze niet zozeer de zaal een fijne ervaring willen geven, maar dat ze hun eigen verhaal willen vertellen. Vaak nog een iets beter verhaal dan ze zouden vertellen als ze het niet hadden voorbereid.

Je ziet vaak dat sprekers zich voorbereiden en niet vertrouwen op zichzelf. Ze schrijven hun hele verhaal uit en leren de tekst uit hun hoofd.

Anders weten ze misschien niet wat ze moeten zeggen. Terwijl je de tekst schrijft, verzin je het ook zelf. Het zit al in je, anders kon je het niet opschrijven.

Als je iets uit je hoofd leert en je gaat het onthouden, dan zit je altijd in je hoofd. Zodra je een zinnetje vergeet, raak je in paniek en blokkeer je. Vervolgens ga je alleen nog maar meer in je hoofd zitten.

Het is altijd de vraag wat je intentie is. Wil jij per se alles vertellen dat je had voorbereid? Of is je doel gewoon om het publiek een leuke tijd te bezorgen?

Het publiek weet niet wat jij in eerste instantie had willen vertellen. Je moet kunnen schakelen. Dat is weer een stukje ervaring.

Waarom bewegen zo belangrijk is

Als je onder stress komt te staan, blokkeert de corpus callosum. Dat is de band die de linker- en rechterhelft van je hersenen verbindt. Als die blokkeert, schiet je terug in de hersenhelft die het dichtst bij je ligt.

Je kunt het blokkeren van de corpus callosum tegengaan door te gaan bewegen, bijvoorbeeld door over het podium te lopen.

Als je het zo leest zijn er heel veel dingen waar je aan moet denken als je gaat spreken. Door de jaren heen ga je het steeds beter oppakken. Het is belangrijk om jezelf te blijven analyseren. Het is vreselijk om jezelf terug te zien op film en dan te kijken hoe je het doet. Maar je ziet altijd wel iets wat je de volgende keer anders kunt doen.

Vooral het bewegen is een belangrijk punt. Het is heel normaal om te bewegen. Toch zie je dat veel mensen die een presentatie geven heel statisch voor de groep staan. Zodra het voelt als een presentatie, zit je eigenlijk al aan de verkeerde kant. Je wilt mensen een ervaring geven. Door te bewegen laat je zien dat je op je gemak bent.

Hoe maak je een goede PowerPoint?

De saaiste sessies om naar te kijken, zijn de sessies waar geen ziel in zit. Waarbij je merkt dat iemand het te erg heeft voorbereid. Nog altijd zie je te vaak dat mensen hun punt op een slide zetten, inclusief extra uitleg. Je kunt het dan voor de zekerheid nog even nalezen. Dat zijn de ergste sessies. Als er tekst staat, ga je die tekst lezen en luister je niet meer.

Het werkt voor ons juist heel fijn om alleen een rode draad te hebben. We plaatsen geen bulletpoints, maar foto’s op onze slides. Je hebt dan zelf wat meer invloed op wat je precies gaat vertellen. Je kunt ter plekke beslissen of je bij een slide tien seconden stilstaat of er een verhaal van tien minuten bij vertelt. Wanneer je teveel uitloopt, kun je altijd nog bepaalde stukjes korter maken. Of juist langer. Je geeft jezelf zo veel meer vrijheid dan wanneer je slides volzet met allerlei teksten.

Je kunt beter één punt heel goed maken dan tien punten maar een klein beetje.

Heb je een PowerPoint met alleen tekst? Dan kun je hem beter weglaten. Je vertelt een veel sterker verhaal als mensen niet steeds naar je slides staren en aan het overschrijven zijn. Als je je verhaal ter plekke verzint en reageert op de blikken uit de zaal, dan kun je daar veel meer mee.

Wij gebruiken slides omdat we een vak hebben waar je je een beeld bij moet kunnen vormen. Mensen vinden het bijvoorbeeld moeilijk om voor zich te zien hoe je een funnel kunt segmenteren. Dan wil je er een afbeelding bij gebruiken. We gebruiken meestal een afbeelding en een titel, maar bijna nooit meer dan dat.

Durf kwetsbaar te zijn

Het vertrouwen in je eigen sprekers-skills groeit met de jaren. Vroeger had Tonny veel meer slides dan hij tegenwoordig gebruikt. Hij wilde het precies zo vertellen als hij had bedacht. Daar zit een bepaalde angst onder. Iets is waardevol om te vertellen, daarom wil je het niet weglaten. Maar je hebt er geen tijd voor. Daarom ga je er snel overheen. Dat is geen oplossing, want zo maak je je punt alsnog niet. Je maakt het jezelf vooral heel moeilijk.

De meeste beginnende sprekers merken dat ze constant aan het jagen zijn en vastzitten aan een onmogelijke opgave die ze zichzelf hebben opgelegd. Ze nemen het publiek er niet in mee.

Volgens Albert Sonnevelt is het beste wat je kunt doen als spreker: je ongemakken benoemen.

Als je het podium op komt lopen en merkt dat je bloednerveus bent, zeg dat dan gewoon. Ook kun je het gewoon aangeven dat je in tijdnood komt. Het is helemaal niet erg om dat soort dingen toe te geven.

We hebben zelf ook weleens sprekers op het podium gehad die een black-out hadden. In plaats van dat je dan maar door gaat rammen, kun je beter gewoon zeggen dat je het even niet meer weet. Vaak komt er dan een applaus, een omarming van het publiek, waardoor iemand zich echt gedragen voelt. En dat kan precies zijn wat nodig is om jezelf weer te herpakken.

Iedereen weet dat jij daar staat om waarde te geven en er iets moois van te maken. En iedereen weet ook dat je een mens bent. Je wilt zelf de allerbeste presentatie geven die je kunt. Maar je moet ermee akkoord gaan dat je altijd wel iets vergeet te zeggen wat je van plan was om te zeggen. Je zult altijd wel een paar keer over je woorden struikelen en daar is niets mis mee.

Hoe je jouw kwaliteiten als spreker blijft verbeteren

Het is heel verleidelijk om te kijken naar andere grote sprekers. Je kijkt naar een paar TED Talks, leest wat boeken over spreken en kijkt naar grootheden als Tony Robbins. Mensen denken vervolgens dat ze ook zo moeten zijn. Dat ze de energie hoog moeten houden door mensen te laten springen.

Maar als dat niet bij jou past, moet je dat niet doen. Er is niets frustrerender dan naar iemand te kijken die iemand anders probeert te zijn.

Wij kunnen veel van elkaar leren als spreker, maar we moeten niet van alles van elkaar over willen nemen. We zijn hele andere types.

Het is helemaal niet erg als je naar een spreker kijkt die anders is dan dat jij bent. Als die spreker maar zichzelf is. Je moet worden wie je al bent. En dat is verrassend moeilijk. Vaak gedraag je je anders dan dat het in je hoofd gebeurt. Je weet niet zo makkelijk wat wel en niet bij je past.

Je kunt veel leren over wie je precies bent door jezelf te analyseren. Kijk eens naar video’s van jezelf en bedenk wat je kunt met je mimiek en je uitstraling. Kun je minder informatie geven, zodat je meer focus kunt hebben op wat daadwerkelijk belangrijk is? Als je een punt hebt gemaakt dat écht belangrijk is, kun je dan een stilte laten vallen, zodat het punt indaalt? Kun je in plaats van alleen maar tips uitzenden het een keer in een verhaal verwerken?

Er zijn heel veel kleine nuances die je kunt aanbrengen. Het kan niet allemaal in één keer, maar je pakt elke keer iets aan. Kies idealiter voor nuances die bij jou passen, niet zomaar dingen die je iemand anders hebt zien doen. Je kunt natuurlijk wel soms iets nieuws proberen. Als het niets is, doe je het daarna nooit meer. En werkt het wel, dan kun je het vaker doen.

Kies één centrale boodschap

De laatste jaren hebben we onze seminars een stuk korter gemaakt. Eerst hadden we allebei een sessie van twee uur. Dat zijn we gaan inkorten naar sessies van maximaal drie kwartier en soms een half uur. Je dwingt dan om je sessie concreter te maken. Kies één boodschap die je wilt vertellen en zorg dat je daar je verhaal omheen vertelt.

Dat zie je ook met TED Talks. Die mogen maximaal 18 minuten duren. Je kunt dan maximaal drie boodschappen kiezen en hebt dan zes minuten per boodschap om het te vertellen.

Hoe minder spreektijd je hebt, hoe concreter je de boodschap moet gaan maken en hoe logischer het wordt om na te denken over wat mensen nu écht moeten meenemen uit je sessie.

Mensen onthouden niet alles. Bedenk daarom wat het belangrijkste punt dat je wilt overbrengen tijdens een sessie. Met welke gedachte wil je mensen de zaal uitsturen? Welke gedachte wil je ze meegeven? Daar bouw je je sessie omheen.

Daarmee kom je weer terug op de intentie. Is de sessie bedoeld om alles te vertellen wat je weet? Of is de sessie bedoeld om te zorgen dat mensen er iets van onthouden en ermee aan de slag gaan? Je krijgt zo een hele andere presentatie.

Mensen onthouden meestal alleen maar het eerste en het laatste van wat je zegt.

Tenzij je tussenin een emotie hebt kunnen overdragen, door het in een verhaal te vertellen of door je boodschap in een oefening of interactie te verwerken. Als je twintig tips op mensen afvuurt, kun je erop rekenen dat mensen die twintig tips binnen een half uur al zijn vergeten.

Vind het vertrouwen

Als je beter wilt leren spreken, probeer het dan niet beter te maken dan dat jouw autopilot kan. Schrijf je verhaal niet uit, maak niet te veel slides en ga geen andere sprekers imiteren. Doe het op het niveau waar je nu op zit en probeer het vertrouwen te vinden.

Martijns trucje om meteen in het begin contact te zoeken met het publiek, dat zou al iets kunnen zijn. Zo kun je altijd wel een paar punten in je sessie bouwen. Dat je even stopt met razen en even voelt hoe het gaat. Dat je dat gevoel even opslaat. Dan kom je een heel eind.

Reacties