Google, Meta, TikTok en andere tech giganten gaan akkoord met revisies aan een anti-desinformatie voorschrift van de EU. Hierdoor moeten de bedrijven meer informatie delen met de Europese Commissie.
Een vertrouwelijk rapport dat de Financial Times wist te bemachtigen laat de details van het bijgewerkte voorschrift zien dat een aantal van ‘s werelds grootste techbedrijven hebben ondertekend.
De ‘Code of Practice on Disinformation’ is een vrijwillige overeenkomst waarin de techreuzen zich houden aan een aantal zelfregulerende standaarden om desinformatie tegen te gaan. Het voorschrift werd in 2018 voor het eerst in het leven geroepen en is ondertekend door bedrijven als Google, Meta, TikTok, Twitter, Microsoft en Mozilla.
Sinds de introductie is het voorschrift meerdere keren gewijzigd. Deze laatste herziening legt de lat echter stukken hoger voor hoeveel informatie de bedrijven openbaar moeten maken.
EU Code of Practice On Disinformation
In een collectieve poging om het verspreiden van valse informatie via het internet tegen te gaan, heeft de EU een gedragscode opgesteld die door een aantal tech-bedrijven is ondertekend.
Bedrijven die meedoen aan de overeenkomst moeten informatie over hun acties om desinformatie op hun platform tegen te gaan delen met de Europese Commissie. Onder deze acties valt bijvoorbeeld: zorgen dat politieke advertenties transparant zijn, valse accounts verwijderen en accounts die nepnieuws verspreiden geen mogelijkheid geven om geld te verdienen via het platform.
Sinds vorig jaar wordt er gewerkt aan een versterkte versie van het gedragsvoorschrift. Het ziet ernaar uit dat deze binnenkort wordt onthuld.
Coming soon: versterkte versie van de Code of Practice On Disinformation
Op basis van het rapport van de Financial Times heeft het vernieuwde rapport drie grote veranderingen.
De eerste verandering is dat elk bedrijf per land dat moet leveren over hun pogingen om desinformatie tegen te gaan. Op dit moment wordt deze informatie alleen gegeven op wereldwijd niveau of voor heel Europa.
Na wat initiële weerstand, gaan de bedrijven akkoord met de eisen van de regelgevers en beloven ze meer landspecifieke data te delen. De reden achter het delen van meer precieze data, is dat de Europese Commissie zo beter de problemen rondom desinformatie binnen individuele landen kan aanpakken.
De tweede grote verandering is dat bedrijven openbaar moeten maken hoe ze schadelijke content verwijderen of beperken in advertenties en aanbevolen content.
Als derde moeten de bedrijven die meedoen aan het gedragsvoorschrift tools en samenwerkingen met fact-checkers ontwikkelen en ‘indicatoren van betrouwbaarheid’ gebruiken om informatie over belangrijke thema’s te bevestigen.
Als aanvulling op de nieuwe regels, heeft de vernieuwde versies 30 ondertekenaars, waaronder bovengenoemde tech-bedrijven en maatschappelijke groepen.
Aangezien alle partijen vrijwillig meedoen aan de overeenkomst, wordt de gedragscode niet afgedwongen met strenge boetes en straffen. In de toekomst kan dit echter nog veranderen.
De Europese Commissie streeft ernaar om het voorschrift onderdeel te maken van de Digital Services Act. Als gevolg hiervan kan de gedragscode via wetgeving worden afgedwongen. Onder deze regel kunnen boetes oplopen tot maximaal 6% van de wereldwijde omzet van een bedrijf.
Bron: Search Engine Journal